Add parallel Print Page Options

30 Maar andere priesters maakten de wierook klaar. 31 En Mattitja, één van de Levieten, (hij was de oudste zoon van Sallum uit de familie van Korach) moest toezicht houden op het bakken van de broden en platte koeken. 32 Een aantal mannen uit de familie van Kehat moest elke heilige rustdag de heilige broden neerleggen.[a]

Read full chapter

Footnotes

  1. 1 Kronieken 9:32 Deze broden lagen op de tafel in de tent van ontmoeting en waren heel erg heilig. Alleen de priesters mochten ervan eten. Lees Leviticus 24:5-9.