Add parallel Print Page Options

Elk jaar als ze naar het heiligdom van de Heer reisden, was Peninna zó gemeen tegen haar, dat Hanna van verdriet niets wilde eten. Dan zei haar man Elkana tegen haar: "Hanna, waarom huil je en wil je niet eten? Waarom ben je zo verdrietig? Ben ik je niet méér waard dan tien zonen?"

Op een keer, nadat ze in Silo gegeten en gedronken hadden, stond Hanna op. De priester Eli zat op een stoel bij de ingang van de tent van de Heer.[a]

Read full chapter

Footnotes

  1. 1 Samuël 1:9 De 'tent van de Heer' was het heiligdom van God. Hij werd ook de 'tent van ontmoeting' genoemd. Vóór de ingang van de tent stond een altaar waarop de offers voor de Heer moesten worden gebracht. De tent met alles wat erbij hoorde wordt beschreven in Exodus 25 tot en met 27.