Add parallel Print Page Options

31 Die dag versloegen ze de Filistijnen vanaf Michmas tot aan Ajalon, ook al waren de Israëlieten helemaal uitgeput. 32 Daarna viel het volk hongerig aan op de buit. Op de grond slachtten ze schapen en geiten, koeien en kalveren en aten ze op met bloed en al. 33 Toen Saul hoorde wat ze deden, zei hij: "Jullie doen iets wat niet mag van de Heer! Je mag het vlees niet met het bloed eten! Rol een grote steen naar me toe.

Read full chapter