Add parallel Print Page Options

18 Waarom achtervolgt u mij toch? Wat heb ik u toch gedaan? 19 Luister alstublieft naar mij, mijn heer de koning. Als de Heer u tegen mij opstookt, breng Hem dan een offer om Hem op andere gedachten te brengen. Maar als het mensen zijn, dan vervloek ik hen omdat ik door hen niet in het land van de Heer kan wonen. Ze zeggen: 'Ga jij maar andere goden dienen.' 20 Maar ik wil niet sterven in een ander land, ver van het heiligdom van de Heer. Mijn heer de koning, u bent er op uit getrokken om te zoeken naar één enkele vlo. U jaagt op één enkele patrijs in de bergen. Is dat al die moeite waard?"

Read full chapter