1 Timotheüs 3:14-4:5
Het Boek
14 Ik hoop binnenkort te komen. Maar voor het geval dat ik opgehouden word, schrijf ik je alvast, 15 want ik wil dat je weet hoe het in de gemeente hoort toe te gaan, want de gemeente is het huisgezin van de levende God, ze is de pijler en het fundament van de waarheid. 16 Het valt niet te ontkennen dat de waarheid die God ons bekend heeft gemaakt, groot is: Christus kwam als mens naar de aarde, werd door de Geest rechtvaardig verklaard en door engelen gezien. Hij werd onder de volken bekendgemaakt, in de wereld aanvaard en weer in de heerlijkheid van de hemel opgenomen.
Paulusʼ advies aan Timotheüs
4 Maar de Heilige Geest zegt ons heel duidelijk dat er een tijd zal komen waarin sommigen in de gemeente zich van Christus afwenden en leraren gaan volgen die zich door de duivel laten leiden. 2 Deze schijnheilige leraren vertellen leugens en hebben hun eigen geweten het zwijgen opgelegd. 3 Zij zullen zeggen dat het niet goed is om te trouwen en dat je bepaalde dingen niet moet eten, zelfs al heeft God deze dingen gegeven, opdat goed onderwezen christenen er dankbaar van zullen genieten. 4 Want alles wat God gemaakt heeft, is goed. Wij mogen het gerust eten, als we er maar dankbaar voor zijn. 5 Omdat God gezegd heeft dat het goed is en omdat wij Hem vragen het te zegenen, is alle voedsel aanvaardbaar.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.