Add parallel Print Page Options

31 Maar Jehu was niet met zijn hele hart gehoorzaam aan de wet van de Heer, de God van Israël. Hij bleef de gouden kalveren aanbidden, net zoals vroeger koning Jerobeam had gedaan. En Israël deed daaraan mee.

32 In die tijd begon de Heer het land Israël kleiner te maken: koning Hazaël van Aram veroverde een groot gebied van Israël. 33 Hij veroverde alles wat aan de oostkant van de Jordaan ligt. Dus het hele land Gilead, dat is het hele gebied van de stammen van Gad, Ruben en de helft van de stam van Manasse. Namelijk het gebied vanaf Aroër aan de beek Arnon in het zuiden, en Gilead, en het gebied Basan in het noorden.

Read full chapter