Add parallel Print Page Options

29 Maar elk volk bleef ook zijn eigen beelden neerzetten. Die zetten ze neer in de tempels en bij de altaren die ze in hun steden hadden gebouwd. 30 De mensen uit Babel maakten een beeld van de god Sukkot-Benot. De mensen uit Kuta maakten een beeld van de god Nergal. De mensen uit Hamat maakten een beeld van de god Asima. 31 De mensen uit Avva maakten beelden van de goden Nibhaz en Tirtak. De mensen uit Sefarvaïm maakten beelden van de goden Adrammelech en Anammelech en offerden hun kinderen als brand-offer voor hen.

Read full chapter