Add parallel Print Page Options

17 Toch stuurde de koning van Assur de Tartan, de Rabsaris en de Rabsake[a] uit Lachis met een sterk leger naar Jeruzalem, naar koning Hizkia. Ze zetten hun kamp op bij de weg die naar het veld gaat waar altijd de wol gebleekt wordt. Dat is vlak bij het punt waar de waterleiding van de bovenste vijver naar de stad loopt. 18 Ze riepen dat ze de koning wilden spreken. Maar de koning stuurde zijn hofmaarschalk Eljakim, de zoon van Hilkia, naar hem toe, samen met de schrijver Sebna en de minister-president Joa, de zoon van Asaf.

19 De Rabsake zei tegen hen: "Zeg tegen koning Hizkia: Dit zegt de machtige koning van Assur: Op wie vertrouwt u nu eigenlijk?

Read full chapter

Footnotes

  1. 2 Koningen 18:17 'Tartan,' 'Rabsaris' en 'Rabsake' zijn waarschijnlijk geen namen, maar rangen in het leger.