2 Koningen 23:12-14
BasisBijbel
12 Ook liet hij de altaren afbreken die op het dak van de bovenzaal van Achaz stonden. Die altaren waren gebouwd door koningen van Juda. De altaren die koning Manasse had neergezet op de twee pleinen van de tempel van de Heer, liet hij ook afbreken. Het puin stortte hij in de beek Kidron. 13 Ook de altaren aan de oostkant van Jeruzalem, ten zuiden van de berg Mashit, liet hij onrein maken. Die altaren waren nog door koning Salomo gebouwd. Hij had ze laten neerzetten voor Astoret, de god van de Sidoniërs, voor Kamos, de god van Moab, en voor Milkom, de god van de Ammonieten. 14 Koning Josia sloeg de godenbeelden stuk, hakte de heilige palen om en gooide er mensenbotten neer.[a]
Read full chapterFootnotes
- 2 Koningen 23:14 Van mensenbotten werd een plaats onrein, zodat die plek niet meer geschikt was om offers aan de god te brengen.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016