Add parallel Print Page Options

12 en koning Jojachin, al zijn dienaren en de koningin-moeder gaven zich aan hem over. Jojachin werd gevangengenomen in het achtste jaar van Nebukadnezars bewind.

13 De Babyloniërs haalden alle schatten uit de tempel en het koninklijk paleis en namen alles mee naar Babel. Ook al het goud dat koning Salomo op bevel van de Here in de tempel had aangebracht, haalden zij weg. 14 Koning Nebukadnezar maakte tienduizend inwoners van Jeruzalem tot gijzelaar, met alle prinsen, de beste soldaten, timmerlieden en smeden. Zo bleven slechts de allerarmsten in het land achter.

Read full chapter