Add parallel Print Page Options

Hazaël ging hem tegemoet. Hij nam een geschenk mee van allerlei kostbaarheden uit Damaskus. Er waren 40 kamelen nodig om alles te dragen. Hij ging naar Elisa en zei: "Ik ben gestuurd door Koning Benhadad van Aram. Hij vraagt u of hij zal genezen of niet." 10 Elisa zei: "Zeg hem dat hij niet zal genezen. De Heer heeft mij laten zien dat hij zal sterven." 11 Toen verstrakte hij. Hij bleef Hazaël zó strak aanstaren, dat Hazaël zich ongemakkelijk begon te voelen. Toen barstte de profeet in tranen uit.

Read full chapter