Add parallel Print Page Options

29 Ahazia was koning van Juda geworden toen Joram, de zoon van Achab, 11 jaar koning van Israël was.

De dood van Izebel

30 Jehu ging naar Jizreël. Toen Izebel dat hoorde, maakte ze zich op, versierde haar haar en keek uit het raam. 31 Toen ze Jehu door de poort zag binnen rijden, riep ze naar hem: "Dag Zimri,[a] hoe gaat het met jou, koningsmoordenaar?"

Read full chapter

Footnotes

  1. 2 Koningen 9:31 Izebel zei 'Zimri' tegen Jehu, omdat Zimri ook een koning had vermoord, namelijk koning Ela. Lees 1 Koningen 16:8-10.