Font Size
2 Koningen 9:29-31
BasisBijbel
2 Koningen 9:29-31
BasisBijbel
29 Ahazia was koning van Juda geworden toen Joram, de zoon van Achab, 11 jaar koning van Israël was.
De dood van Izebel
30 Jehu ging naar Jizreël. Toen Izebel dat hoorde, maakte ze zich op, versierde haar haar en keek uit het raam. 31 Toen ze Jehu door de poort zag binnen rijden, riep ze naar hem: "Dag Zimri,[a] hoe gaat het met jou, koningsmoordenaar?"
Read full chapterFootnotes
- 2 Koningen 9:31 Izebel zei 'Zimri' tegen Jehu, omdat Zimri ook een koning had vermoord, namelijk koning Ela. Lees 1 Koningen 16:8-10.
BasisBijbel (BB)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016