Add parallel Print Page Options

Ik zal de familie van Achab net zo uitroeien als de families van Jerobeam, de zoon van Nebat, en van Baësa, de zoon van Ahia. 10 De honden zullen Achabs vrouw Izébel in Jizreël opeten en niemand zal haar begraven.” ’ Daarna gooide hij de deur open en rende weg.

11 Jehu ging terug naar de andere officieren en een van hen vroeg: ‘Wat wilde die rare kerel? Alles in orde?’ ‘Je weet toch wat voor man dat was en wat voor onzin hij uitslaat,’ zei Jehu.

Read full chapter