Add parallel Print Page Options

11 De Filistijnen betaalden belasting aan Josafat. Maar behalve die belasting bracht een aantal Filistijnen hem ook nog geschenken. Zelfs de Arabieren brachten hem geschenken: 7700 schapen en 7700 geiten. 12 Langzaam maar zeker werd Josafat heel erg machtig. Hij bouwde in Juda burchten en voorraadsteden. 13 Daar bewaarde hij grote voorraden. In Jeruzalem had hij een groot leger van dappere mannen.

Read full chapter