Add parallel Print Page Options

18 De mensen gingen niet meer naar de tempel van de Heer, de God van hun voorouders. Ze aanbaden heilige palen en godenbeelden. Het was hun schuld dat God erg boos werd op Juda en Jeruzalem.

19 Daarom stuurde de Heer profeten. Zij waarschuwden de mensen dat ze de Heer weer moesten gaan dienen.[a] Maar de mensen wilden niet luisteren. 20 Toen kwam Gods Geest over Zacharia, de zoon van de priester Jojada. Hij was een leider van het volk. Hij zei tegen de leiders: "Dit zegt God: Waarom zijn jullie ongehoorzaam aan de wetten van de Heer? Omdat jullie Hem niet gehoorzaam zijn, zal het niet goed met jullie gaan. Jullie hebben de Heer verlaten. Daarom zal de Heer jullie óók verlaten."

Read full chapter

Footnotes

  1. 2 Kronieken 24:19 De profeet Joël is misschien één van die profeten geweest. In het bijbelboek JOËL is te lezen over de toestanden in de tijd van koning Joas.