Add parallel Print Page Options

13 Onder Konanja en Simeï stonden tien onderopzichters. Dat waren Jehiël, Azazja, Nahat, Asaël, Jerimot, Jozabad, Eliël, Jismachja, Mahat en Benaja. Zo hadden de koning en de hogepriester Azarja het bevolen.

De verdeling van het voedsel

14 De Leviet Kore, de zoon van Jimna, die de bewaker van de Oostpoort was, hield toezicht op alles wat werd gebracht. Hij moest er op letten dat alles eerlijk werd verdeeld onder de priesters en Levieten. 15 Hij had zes helpers voor de andere steden waar de priesters woonden. Die helpers waren Eden, Minjamin, Jesua, Semaja, Amarja en Sechanja. Zij zorgden ervoor dat alle priesters van elke afdeling en van elke leeftijd kregen wat ze nodig hadden.

Read full chapter