Add parallel Print Page Options

19 De Babyloniërs staken de tempel van God in brand en braken de muur van Jeruzalem af. Ook de andere paleizen met alle overgebleven kostbaarheden staken ze in brand. 20 De mensen die nog in leven waren, namen ze gevangen mee naar Babel. Daar werden ze slaven voor de koning en zijn zonen. En dat duurde tot Babel werd veroverd door Perzië. 21 Zo gebeurde wat de Heer door zijn profeet Jeremia al had gezegd.[a] Het land zou 70 jaar lang niet bewerkt worden, maar rust krijgen en een wildernis worden.[b] Zo kreeg het land zijn rustjaren vergoed. Het land rustte, totdat de 70 jaren om waren.

Read full chapter

Footnotes

  1. 2 Kronieken 36:21 Lees Jeremia 25:11 en 12.
  2. 2 Kronieken 36:21 Zo zou het land de rustjaren vergoed krijgen die het land volgens de wet van God had moeten krijgen, maar die het niet gekregen had. Lees Leviticus 25:1-7 en Leviticus 26:33-35. Elk zevende jaar had een heilig rustjaar moeten zijn. Maar daar had niemand zich aan gehouden.