Add parallel Print Page Options

13 Daarna vroeg David aan de jongen die hem de boodschap had gebracht: "Waar kom je vandaan?" Hij antwoordde: "Ik ben de zoon van een vreemdeling, een man uit Amalek." 14 David riep tegen hem: "Wat? Hoe heb jij de koning durven doden?"[a] 15 Hij riep één van zijn mannen en beval: "Kom hier en steek hem dood." Dat deed hij.

Read full chapter

Footnotes

  1. 2 Samuël 1:14 David was woedend omdat de man uit Amalek kwam. Want Amalelek had Ziklag aangevallen en alle vrouwen meegenomen (lees 1 Samuel 30). Bovendien vond David dat het leven van de koning heilig was, omdat hij door God tot koning was gezalfd.