Add parallel Print Page Options

27 Absalom had drie zonen en een dochter. De dochter heette Tamar. Ze was erg mooi.

28 Absalom woonde al weer twee jaar in Jeruzalem. Maar hij had nog steeds zijn vader niet ontmoet. 29 Hij liet Joab roepen. Hij wilde hem vragen om voor hem naar de koning te gaan. Maar Joab wilde niet komen. Absalom liet hem voor de tweede keer roepen. Weer kwam Joab niet.

Read full chapter