Add parallel Print Page Options

19 Toen zei Zadoks zoon Ahimaäz: ‘Laat mij snel vooruitgaan naar koning David om het goede nieuws te brengen dat de Here hem heeft gered van zijn vijand Absalom.’ 20 Maar Joab weigerde toestemming. ‘Het is geen goed nieuws voor de koning dat zijn zoon dood is,’ zei hij. ‘Een andere keer mag je mijn boodschapper zijn.’ 21 Toen zei Joab tegen een Ethiopiër: ‘Ga de koning vertellen wat je hebt gezien.’ De man maakte een buiging en rende weg.

Read full chapter