Add parallel Print Page Options

19 en zei: ‘Koning, vergeef mij alstublieft en vergeet de wandaad die ik beging toen u Jeruzalem verliet, 20 want nu weet ik pas hoezeer ik toen zondigde. Daarom ben ik u hier vandaag tegemoet gekomen, als allereerste vertegenwoordiger van de stam van Jozef die u verwelkomt.’ 21 Abisaï vroeg: ‘Moet Simi eigenlijk niet sterven, omdat hij de door God gezalfde koning heeft vervloekt?’

Read full chapter