Add parallel Print Page Options

28 Ik en al mijn verwanten konden alleen de dood van u verwachten, maar in plaats daarvan hebt u mij geëerd door mij samen met uw vaste gasten aan uw eigen tafel te laten eten! Waarover zou ik dus moeten klagen?’ 29 ‘Praat niet zoveel over het verleden,’ zei David, ‘ik draai de zaak terug en het zal weer net als vroeger worden toen u en Ziba allebei van het land profijt hadden.’ 30 ‘Geef het hem maar helemaal,’ zei Mefiboseth. ‘Ik ben al lang tevreden dat u gezond en wel terug bent.’

Read full chapter