Add parallel Print Page Options

31 David zei tegen Joab en allen die bij hem waren: ‘Scheur uw kleren en kleedt u in zakken, we moeten rouwen om Abner.’ En koning David liep achter de baar naar de begraafplaats. 32 Zij begroeven Abner in Hebron. De koning en alle aanwezigen huilden toen zij bij het graf stonden. 33,34 ‘Als een goddeloze kwam Abner aan zijn einde,’ klaagde de koning. ‘Uw handen waren niet vastgebonden, uw voeten waren niet geboeid. U werd vermoord als slachtoffer van een gemene samenzwering.’ En opnieuw huilden alle aanwezigen om hem.

Read full chapter