Add parallel Print Page Options

15 Dan zal de koning van het Noorden komen en een ommuurde stad omsingelen en veroveren.[a] De legers van het Zuiden zullen hem niet kunnen tegenhouden. Geen van hun troepen zal sterk genoeg zijn om hem te verslaan. 16 Hij die hem aanvalt zal doen wat hij wil en niemand zal hem kunnen tegenhouden. Hij zal ook het Sieraad binnentrekken.[b] Hij zal daar dood en vernietiging brengen.[c] 17 Daarna zal de koning van het Noorden proberen om de koning van het Zuiden aan zijn kant te krijgen. Hij zal daarvoor al zijn macht gebruiken. Hij zal een verbond met hem sluiten door zijn dochter te laten trouwen met de koning van het Zuiden.[d] Door haar probeert hij de macht in handen te krijgen. Maar dat plan zal niet slagen. Zij zal niet trouw aan haar vader blijven.[e]

Read full chapter

Footnotes

  1. Daniël 11:15 Dat was de stad Sidon, waar de Egyptische legeraanvoerder zich verschanst had met zijn leger. De stad was van groot belang voor Egypte, omdat het de 'toegangspoort' tot het land was. Maar de stad werd door Antiochus III veroverd.
  2. Daniël 11:16 Gods Sieraad, Gods kostbaarste land: het land Israël. Antiochus wilde het als legerbasis gaan gebruiken.
  3. Daniël 11:16 Hij werd eerst als bevrijder binnengehaald, omdat hij hen verloste van de Egyptenaren. Maar hij wilde het land 'vergrieksen,' met Griekse goden. De Joden verzetten zich daartegen. Daarom gebruikte Antiochus grof geweld en vergoot hij veel bloed.
  4. Daniël 11:17 Koning Antiochus III van Syrië sloot een verbond met Egypte door zijn dochter met koning Ptolemeüs V van Egypte te laten trouwen.
  5. Daniël 11:17 De dochter koos de kant van haar man, tégen haar vader.