Add parallel Print Page Options

10 Toen kwam de moeder van de koning de feestzaal binnen. Ze zei: "Mijn heer de koning, leef in eeuwigheid! U hoeft niet zo bang te zijn en zo wit te worden. 11 Want er is een man in uw koninkrijk in wie de geest van de heilige goden woont. In de tijd dat uw grootvader nog koning was, was hij bekend als een zeer wijs man. Want hij is zo wijs en verstandig als de goden. Uw grootvader Nebukadnezar had hem tot hoofd van de geleerden, tovenaars en waarzeggers gemaakt. 12 Dat was omdat hij zo wijs en verstandig was, dromen kon uitleggen en elk raadsel kon oplossen. Ik bedoel Daniël. Uw grootvader Nebukadnezar noemde hem Beltsazar. Laat Daniël roepen. Híj zal u uitleggen wat die woorden betekenen."

Read full chapter