Add parallel Print Page Options

19 Toen ging de koning naar zijn paleis. Hij kon de hele avond en nacht niet eten. Hij wilde geen muziek, wist niets te doen en kon niet slapen.

Daniël is gered

20 Heel vroeg in de ochtend stond de koning op. Het begon nog maar net licht te worden. Haastig ging hij naar de leeuwenkuil. 21 Daar riep hij bedroefd naar Daniël: "Daniël, je hebt zó trouw de levende God gediend! Heeft jouw God je van de leeuwen kunnen redden?"

Read full chapter