Add parallel Print Page Options

11 Hij voelde zich machtiger dan de Heer van de hemelse legers. Hij zorgde ervoor dat er geen offers meer aan Hem werden gebracht.[a] En hij vernederde het heiligdom. 12 Het leger[b] werd aan de vijand overgeleverd, zó opstandig waren de mensen tegen God. De dagelijkse offers waren voor een ander. Hij heerste wreed en met geweld en alles wat hij deed, lukte hem.

13 Toen hoorde ik een andere engel spreken tegen de engel die met mij had gesproken. Hij vroeg: "Hoelang zal dit duren? Hoelang zal het dagelijkse offer niet aan Hem worden gebracht? Hoelang zal de ongehoorzaamheid duren die uiteindelijk leidt tot verwoesting van het heiligdom en van het leger?"

Read full chapter

Footnotes

  1. Daniël 8:11 Lees ook Openbaring 13:3 en 4. De offers worden niet meer aan Hem, maar aan een ander gebracht.
  2. Daniël 8:12 Dat zijn de gelovigen.