Add parallel Print Page Options

14 Daarom heeft U ons gestraft met deze rampen. U bent eerlijk en rechtvaardig in alles wat U doet, ook toen U ons strafte. Want we wilden U niet gehoorzamen.

15 Onze Heer God, U heeft ons vroeger op een machtige manier uit Egypte bevrijd. U heeft er toen voor gezorgd dat U overal beroemd werd. Iedereen heeft van U gehoord. Toch zijn wij U ongehoorzaam geweest. We hebben vreselijke dingen gedaan. 16 Maar, Heer, wilt U nu voor ons opkomen en niet langer boos op ons zijn. Heer, straf Jeruzalem en uw heilige berg alstublieft niet langer. Want omdat wij en onze ouders U ongehoorzaam zijn geweest, worden wij en Jeruzalem nu door iedereen uitgelachen en bespot.

Read full chapter