Add parallel Print Page Options

17 Hij móet aan zijn oudste zoon, de zoon van de vrouw van wie hij niet houdt, alles geven waar hij als oudste zoon recht op heeft: hij moet hem een twee keer zo grote erfenis geven als de andere zonen. Want hij is de zoon die het eerst uit hem is geboren. Hij heeft de rechten van oudste zoon.

Wetten over allerlei andere dingen

18 Stel dat iemand een slechte, ongehoorzame zoon heeft. Hij wil nooit naar zijn vader en moeder luisteren. Ze bestraffen hem wel, maar hij wil hen niet gehoorzamen. 19 Dan moeten zijn ouders hem naar de leiders van zijn stad brengen, in de poort van zijn woonplaats.

Read full chapter