Add parallel Print Page Options

15 Je moet hem betalen op de dag dat hij voor je heeft gewerkt, vóór zonsondergang. Want hij is arm en heeft het geld nodig. Anders roept hij over jou tot de Heer en ben jij schuldig.

16 Ouders mogen niet worden gedood voor iets wat hun kinderen hebben gedaan. Ook mogen de kinderen niet worden gedood voor iets wat hun ouders hebben gedaan. Ieder mens mag alleen voor zijn eigen misdaden worden gestraft.

17 Jullie mogen niet oneerlijk rechtspreken over vreemdelingen en weeskinderen. Als een weduwe iets van je wil lenen, mag je niet haar mantel als onderpand nemen.

Read full chapter