Add parallel Print Page Options

11 Verheug u daarna over al het goede dat Hij u heeft gegeven. Vier feest met uw gezin en met alle Levieten en vreemdelingen die bij u wonen.

12 Het derde jaar is het jaar van de tienden. In dat jaar moet u al uw tienden aan de Levieten, vreemdelingen, wezen en weduwen geven, zodat zij meer dan genoeg kunnen eten. 13 Dan zult u voor de Here, uw God, verklaren: “Ik heb al mijn tienden aan de Levieten, vreemdelingen, wezen en weduwen gegeven, zoals U mij hebt opgedragen. Ik heb geen van uw geboden overtreden of vergeten.

Read full chapter