Add parallel Print Page Options

19 Ik vreesde het ergste voor u, want de Here stond op het punt u te vernietigen. Maar ook deze keer verhoorde de Here mijn gebed. 20 Ook Aäron verkeerde in groot gevaar omdat de Here zijn toorn op hem richtte. Maar ik bad toen voor Aäron en de Here spaarde hem. 21 Maar het bewijs van uw zonde (het kalf dat u had gemaakt) verbrandde ik en ik vermaalde het daarna tot fijn stof. Het stof gooide ik in de bergbeek.

Read full chapter