Add parallel Print Page Options

20 Ook op Aäron was de Heer zó woedend, dat Hij hem wilde doden. Daarom bad ik toen ook voor Aäron. 21 En ik verbrandde het kalf dat jullie hadden gemaakt en waarmee jullie ongehoorzaam aan de Heer waren geweest. Daarna stampte ik het tot poeder en vermaalde het tot stof. Het stof gooide ik in de beek die van de berg stroomde.

22 Ook bij Tabeëra, Massa en Kibrot-Taäva hebben jullie de Heer vreselijk boos gemaakt.

Read full chapter