Add parallel Print Page Options

Nu woonde in Susan een Joodse man, Mordechai. Hij hoorde bij de stam Benjamin en was de zoon van Jaïr, de zoon van Simi, de zoon van Kis. Bij de verwoesting van Jeruzalem was hij gevangengenomen. Samen met koning Jechonja van Juda en vele anderen was hij door koning Nebukadnezar in ballingschap weggevoerd naar Babel. Mordechai was de pleegvader van een bijzonder knap en aantrekkelijk meisje, Hadassa, die in het Perzisch Esther werd genoemd. Zij was de dochter van zijn oom. Hij had haar na de dood van haar ouders als dochter aangenomen.

Read full chapter