Add parallel Print Page Options

‘Daar zit de schurk,’ antwoordde Esther, ‘Haman is de vijand die ons bedreigt!’ Haman werd bleek van angst toen hij hun gezichten zag. Woedend sprong de koning van tafel op en liep de tuin in. Haman bleef achter om de koningin te smeken zijn leven te redden, want hij wist dat hij ten dode opgeschreven was. Hij viel neer op het rustbed waarop koningin Esther lag, juist op het moment waarop de koning uit de paleistuin terugkwam. ‘Wat?’ bulderde de koning. ‘Durf je ook nog de koningin in mijn paleis, onder mijn ogen aan te randen?’ Nadat de koning de beschuldiging had uitgesproken, bedekte men Hamans gezicht.

Read full chapter