Add parallel Print Page Options

15 De farao wilde ons niet laten gaan. Toen doodde de Heer in Egypte alle oudste zonen en alle eerstgeboren dieren. Daarom ben ik gewend om elk eerste mannetjes-dier dat uit een vrouwtje geboren wordt, aan de Heer te offeren. Maar elke eerste zoon in een gezin kopen we vrij. 16 Zo zullen jullie nooit vergeten wat de Heer heeft gedaan. Het moet in je hart gebrand staan. Het moet zijn als een teken op je hand of op je voorhoofd. Iets wat jullie nooit zullen vergeten. Want Hij heeft ons op een machtige manier uit Egypte bevrijd.' "

De Israëlieten bij de Rietzee

17 Toen de farao het volk had laten gaan, bracht God hen niet naar de weg langs de grote zee door het gebied van de Filistijnen. Die was wel het dichtstbij, maar God zei: "Als ze zien dat er strijd komt met de Filistijnen, krijgt het volk spijt. Dan willen ze naar Egypte terug."

Read full chapter