Font Size
Exodus 28:34-36
Het Boek
Exodus 28:34-36
Het Boek
33,34 De onderste rand van de mantel moet worden versierd met granaatappels—vervaardigd van blauwpurper, roodpurper en scharlaken—en gouden belletjes, om en om. 35 Aäron moet het priesterkleed dragen als hij het heiligdom ingaat om de Here te dienen. De belletjes zullen rinkelen als hij de Here onder ogen komt en als hij de Here weer verlaat, zodat hij niet zal sterven. 36 Maak een rozet van puur goud en graveer daarop de woorden: “Aan de Here gewijd”.
Read full chapter
Het Boek (HTB)
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.