Add parallel Print Page Options

Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Izaäk en de God van Jakob." Toen verborg Mozes zijn gezicht, want hij was bang om God te zien.

De Heer zei: "Ik heb heel goed gezien hoe vreselijk mijn volk lijdt in Egypte. Ik heb gehoord hoe ze het tot Mij uitschreeuwen over hun slavernij. Ik ken hun pijn en verdriet. Daarom ben Ik gekomen om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden. Ik zal hen uit Egypte halen. Ik zal hen naar een goed en ruim land brengen, een prachtig en vruchtbaar land. Nu wonen daar nog de Kanaänieten, de Hetieten, de Amorieten, de Perezieten, de Hevieten en de Jebusieten.

Read full chapter