Add parallel Print Page Options

37 Ze weefden een gordijn voor de ingang van de tent van blauw, paars en rood draad en fijn linnen. Het werd een kleurig geweven stof. 38 Ze maakten vijf palen van acaciahout om het gordijn aan op te hangen en vijf gouden haakjes. De toppen van de palen en de dwarsbalken werden met goud bedekt. De vijf palen hadden voetstukken van koper.

Read full chapter