Add parallel Print Page Options

13 De wezens straalden als gloeiendhete kolen in het vuur. Tussen de wezens zag ik iets wat leek op brandende fakkels. Dat vuur bewoog zich heen en weer tussen de wezens. Er kwam een fel licht af en er schoten bliksemstralen uit. 14 De wezens bewogen zich zo snel dat ze bliksemstralen leken.

15 Terwijl ik naar de wezens stond te kijken, zag ik opeens dat er op de grond naast elk wezen een soort wiel was.[a]

Read full chapter

Footnotes

  1. Ezechiël 1:15 Deze wielen zitten rondom vol ogen. Lees vers 18; Daarom kan ook: 'een wezen dat op een wiel leek'.