Add parallel Print Page Options

22 Geen moment heb je gedacht aan de tijd toen je als klein kind naakt, eenzaam en bebloed op de grond lag.

23 Wat heb je een vreselijke dingen gedaan! Daarom zal het nu slecht met je aflopen. Want dit was nog niet alles. 24+25 Je hebt ook nog in alle straten en op alle kruispunten altaren gebouwd. Daar heb je je als een hoer gedragen en jezelf weggegeven aan iedere man[a] die voorbij kwam. Je werd steeds erger.

Read full chapter

Footnotes

  1. Ezechiël 16:24 Hier worden met de 'mannen' geen afgoden bedoeld, maar landen waarmee Jeruzalem verbonden sloot.