Add parallel Print Page Options

25 De profeten gaan in het land tekeer. Ze lijken wel brullende leeuwen die hun prooien verscheuren. Ze hebben een samenzwering gesmeed. Met elkaar willen ze de mensen doden en hun bezit roven. Zo verslinden ze mensen. Door hen zijn er steeds meer weduwen in het land. 26 De priesters doen niet wat mijn wet zegt. Ze maken zelf geen verschil tussen heilig en onheilig. Ze leren de mensen niet het verschil tussen rein en onrein. Ze houden zich niet meer aan mijn heilige rustdagen en mijn feesten. Ze hebben geen enkel ontzag voor Mij. 27 De leiders van het land gedragen zich als hongerige wolven die hun prooien verscheuren. Uit hebzucht moorden ze om rijk te worden.

Read full chapter