Add parallel Print Page Options

Gods straf voor de Filistijnen

15 "Dit zegt de Heer: De Filistijnen hebben zich altijd als vijanden van mijn volk gedragen. Altijd wilden ze mijn volk plunderen en vernietigen. 16 Daarom, zegt de Heer, zal Ik nu de Filistijnen vernietigen. Ik zal dat volk dat van Kreta gekomen is, vernietigen. Zelfs de paar mensen die nog bij de zeehaven blijven wonen, zal Ik doden. 17 Ik zal de Filistijnen zwaar straffen voor wat ze hebben gedaan. Dan zullen ze beseffen dat Ik de Heer ben."

Read full chapter