Font Size
Ezechiël 26:20-21
BasisBijbel
Ezechiël 26:20-21
BasisBijbel
20 Ik zal je naar het dodenrijk brengen. Daar zul je terechtkomen bij de mensen van lang geleden. Je zal diep in de onderwereld wonen. Je zal een puinhoop zijn, net als de steden van lang geleden. Er zal nooit meer iemand in jou wonen. Je zal nooit meer herbouwd worden. En Ik zal het Sieraad (= Israël) weer herstellen in het land van de levenden. 21 Iedereen zal geschokt zijn over wat er met jou is gebeurd. Je zal niet meer bestaan. De mensen zullen nog wel naar je zoeken, maar ze zullen je nooit meer vinden, zegt de Heer."[a]
Read full chapterFootnotes
- Ezechiël 26:21 In deze profetie gaan twee gebeurtenissen uit de geschiedenis in elkaar over. Daardoor lijkt het alsof het over één gebeurtenis gaat: Nebukadnezar die de hele stad Tyrus verwoest en het puin ervan in de zee stort. Maar het gaat in deze verzen niet over één, maar over twee gebeurtenissen. Eerst valt koning Nebukadnezar in 586 vóór het jaar nul inderdaad de stad aan. Pas na 13 jaar weet hij de stad te veroveren, maar hij verwoest de stad niet. Alle schatten van de stad zijn dan al door de bevolking overgebracht naar het deel van Tyrus dat op een rots in zee ligt. Het lukt hem niet om die rots te veroveren, en hij geeft het op. Al zijn moeite heeft hem niets opgeleverd. Daarna, bijna 250 jaar later, valt de Griek Alexander de Grote in 332 vóór het jaar nul Tyrus aan. Het deel van Tyrus dat op het vasteland ligt, is dan inmiddels alleen een ruïne. Hij wil de stad op de rots in zee veroveren. Omdat dat met zijn vloot niet lukt, stort hij al het puin van het oude Tyrus in zee om een dam te maken naar de rots. Zo weet hij na zeven maanden Tyrus te veroveren. Hij doodt iedereen en verwoest de rijke stad volledig. Alle rijkdommen neemt hij mee als buit.
BasisBijbel (BB)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016