Add parallel Print Page Options

Israël verwachtte steun van u, maar werd door u bedrogen. Want u bent als een rieten wandelstok: als iemand daarop leunt, breekt hij en gaat dwars door zijn hand. En hij die er op leunde, valt. Israël kreeg geen enkele hulp van u en moest zichzelf zien te redden.[a] Daarom zal Ik u straffen. Ik zal in heel Egypte alle mensen en dieren doden door het zwaard. Het hele land zal veranderen in een wildernis, een woestijn. Zo zult u beseffen dat Ik de Heer ben. Omdat u beweert dat de rivier van u is en dat u die zelf gemaakt heeft, zal Ik u straffen.

Read full chapter

Footnotes

  1. Ezechiël 29:7 De koning van Egypte deed wel een eerste poging om Jeruzalem te redden, maar toen Babylonië Jeruzalem voor een tweede keer aanviel, liet Egypte Jeruzalem aan zijn lot over. Jeruzalem viel in handen van de koning van Babel. Lees Jeremia 37:5-11 en Jeremia 39:1-8.