Add parallel Print Page Options

"Mensenzoon, zing dit treurlied over de farao:

farao, u vindt uzelf een machtig koning, een leeuw van de volken.
Maar u bent een riviermonster: waar u liep, borrelde het water,
het water golfde en werd troebel en vuil.[a]
Daarom zegt de Heer: Ik vang u in mijn vangnet.
Een grote menigte zal u op de kant trekken.
Ze halen u op met mijn net.
Ik zal u op de kant neergooien en in het veld smijten.
Daar laat Ik u liggen voor de vogels en de wilde dieren.
Ze eten zich vol aan u.

Read full chapter

Footnotes

  1. Ezechiël 32:2 Met het 'troebele water' bedoelt God dat de farao alleen maar kwaad deed. Water hoort schoon te zijn.