Add parallel Print Page Options

De koning krijgt het gebied aan de westkant van de tempel en de stad, tot aan de westgrens van zijn land. Ook het gebied aan de oostkant van de tempel en de stad, tot aan de oostgrens van zijn land. Die twee gebieden zullen zijn eigen grondgebied zijn. De lengte van zijn gebied is net zo groot als van de gebieden die de verschillende stammen gekregen hebben. Dat gebied zal zijn eigendom zijn."

Rechten en plichten van de koningen van Israël

De Heer zei: "En de koningen zullen het volk niet langer onderdrukken. Ze moeten het land aan de stammen van Israël geven. Dit zegt de Heer: Koningen van Israël, jullie hebben lang genoeg met geweld over het land geheerst! Het is afgelopen met het onderdrukken van het volk! Heers voortaan eerlijk en rechtvaardig!

Read full chapter