Add parallel Print Page Options

10 Ik ging naar binnen. Daar zag ik allerlei afbeeldingen van walgelijke afgoden: allerlei kruipende dieren en andere walgelijke beesten. Overal in het rond had het volk Israël afbeeldingen van afgoden op de muren gemaakt. 11 In de zaal stonden 70 van de geestelijk leiders van Israël. Vóór hen stond Jaäzanja, de zoon van Safan. Ze hadden allemaal een schaal met brandende wierook in hun handen. Er hing een dichte rookwolk van de brandende wierook. 12 De Heer zei tegen mij: "Heb je gezien, mensenzoon, wat de leiders van het volk Israël in het donker doen, in hun kamer met afbeeldingen? Ze denken: 'De Heer ziet ons niet. De Heer heeft het land verlaten.'

Read full chapter