Add parallel Print Page Options

31 Maar Jakob zei: "Alleen in ruil voor de rechten die jij als oudste zoon hebt." 32 Ezau zei: "Ik sterf van de honger! Wat kunnen mij die rechten dan schelen?" 33 Toen zei Jakob: "Zweer me eerst dat je ze aan mij geeft." Toen zwoer hij het. Zo gaf Ezau de rechten weg die hij als oudste zoon had. Hij gaf ze aan Jakob, in ruil voor een bord eten.

Read full chapter