Add parallel Print Page Options

18 Toen zei Lea: "God heeft mij beloond, omdat ik mijn slavin als vrouw aan mijn man heb gegeven." Daarom noemde ze hem Issaschar (= 'beloning'). 19 Lea raakte weer in verwachting en kreeg een zesde zoon. 20 Toen zei Lea: "God heeft mij een prachtig geschenk gegeven. Voortaan zal mijn man bij mij willen wonen, omdat ik hem al zes zonen heb gegeven." Daarom noemde ze hem Zebulon (= 'woonplaats').

Read full chapter